Skip to main content
1>Interview - Pjotr Vreeswijk (november 2017) Wie is Alex de Klerck? Zoals ik hem voor mij zie is hij een beetje een antiheld en hij is een beetje ontsproten uit de jeugdboeken die ik las over geheim agent Lennet. Alex is een deel Lennet en een deel van mezelf. Maakt het feit dat je een deel van jezelf in Alex hebt gestopt juist moeilijker of gemakkelijker om over hem te schrijven? Het is gemakkelijker, want ik kan daardoor vanuit mijn eigen gevoel schrijven. Natuurlijk leidt Alex een heel ander en ook veel spannender leven dan ik, maar toen ik Masterplan schreef kwam ik er achter dat hij qua karakter veel van mij weg had. In Dwaalspoor ben ik gewoon verder gegaan met Alex, maar heb veel minder over hem na hoeven denken. Dat is ook zo fijn van het schrijven van een vervolgdeel. Je kunt in de flow van je personage blijven, maar je kunt het personage tegelijk ook verder blijven ontwikkelen. Vooral dat laatste is erg leuk om te doen. Wat heb je dan eigenlijk precies van jezelf in Alex gelegd? Wat ik min of meer met Alex gemeen heb is diens bravoure die eigenlijk alleen maar een harnas is. Hij lijkt stoer, maar hij is constant afhankelijk van andere mensen. Verder is Alex net als ik ook wel eens naïef. Je hebt voor Dwaalspoor een quote van Slayer gebruikt. Hoe belangrijk is muziek voor jou? Die is echt super belangrijk. Als kleine jongen luisterde ik al naar metal en rockmuziek. Veel teksten in de metal zijn best heftig en die gaan ook waarover ik wil schrijven. Slayer heeft een nummer over de Jihad geschreven en eigenlijk wilde ik daar een quote van gebruiken, maar die vond ik bij nader inzien toch iets te heftig. Tot nu toe zijn de recensies over Dwaalspoor positief. Is dat belangrijk voor je of kijk je daar verder niet naar? Ja, natuurlijk vind ik die belangrijk. Vooral na het verschijnen van mijn eerste boek vond ik het wachten op de reacties doodeng, want je weet niet wat je precies kunt verwachten. Je voelt je kwetsbaar, want iedereen gaat opeens van alles over je boek roepen en dat is misschien niet altijd even leuk. Ik dacht dat de spanning bij het verschijnen van het tweede boek wel mee zou vallen omdat ik het allemaal al eens had meegemaakt, maar ik voelde weer precies diezelfde spanning. Wat gaat men van het boek vinden? Zelf heb ik zo lang aan die boeken zitten werken dat ik zelf wel weet wat ik ervan vind, maar de lezer leest zo’n boek voor de eerste keer. Die weet nog niet wat hij van het boek kan verwachten. Het is dan fijn om van die lezer erkenning te krijgen en dat het boek waar je zo lang aan hebt gewerkt als boeiend, leuk en spannend wordt ervaren. Waar is het idee voor het verhaal van Dwaalspoor  vandaan gekomen? Dwaalspoor is helemaal in het spoor van Masterplan tot stand gekomen. Ik wilde net als in Masterplan een verhaal schrijven dat helemaal over de top is. Dat vind ik gewoon ontzettend gaaf om te doen. Masterplan had niet echt een onwijs happy end en ik wist dat het verhaal daar niet kon eindigen. Verder raakte ik geinspireerd door de staat van het huidige Rusland en de verlaten fabrieken die je daar overal aantreft. Maar hoe komen die beelden en verhalen dan bij je binnen? Je gaat ergens zitten en dan - poef! – heb je weer iets om over te schrijven? Ik had een onwijs mooi proloog geschreven over een procesoperator in een bunker waar radioactief afval lag opgeslagen. Die probeerde dat spul te stelen, schoot verschillende bewakers dood en daar begon aanvankelijk Dwaalspoor mee. Dat proloog heeft het uiteindelijk niet gehaald, maar het onderwerp gaf me wél de nodige brandstof om verder aan het verhaal van Dwaalspoor te werken. Ik ben sowieso heel erg van de prologen, ik denk dat ik zeker acht tot negen prologen heb geschreven en sommigen daarvan halen het dan tot een boek. Het valt me op dat je sowieso met veel krachtige beelden werkt. Zo’n trein die ergens in het oosten van Siberie in beweging komt en onderweg is naar het westen spreekt op de één of andere manier erg tot de verbeelding. Dank je wel. Ik vind het ook erg leuk om breed uit te pakken met tot de verbeelding spekende thema’s. Met Masterplan was dat een superwapen, met Dwaalspoor ging het inderdaad voor een groot deel over treinen, en wie weet gaat een derde deel met Alex de Klerck wel over iets dat zich op zee afspeelt. Ik laat me wat dat betreft echt heel erg inspireren door Clive Cussler. Die pakt ook altijd van dat soort grote thema’s waarom zich dan omheen een heel avontuur kan ontvouwen. Is Dwaalspoor goed te lezen zonder voorkennis van Masterplan? Ja hoor. Dat lijkt mij geen enkel probleem. Ik heb daarin trouwens tijdens het schrijven wél heel erg op mijn gevoel af moeten gaan. Hoe moest ik bijvoorbeeld weer de draad oppakken na Masterplan en hoe moest ik verder met diverse spanningsbogen zonder dat de lezer me kwijt raakt. Dat waren wel degelijk vragen die ik mezelf heb gesteld. Ik had tegelijkertijd niet zoveel zin om Alex weer net zo uitgebreid te introduceren als in Masterplan, want dat voelde voor mij toch wat raar aan. Alex speelt weliswaar de hoofdrol in Dwaalspoor, maar het viel me tijdens het lezen op dat er veel vrouwen met een bijzonder sterk karakter in het boek boek voorkomen. Was dat een bewuste keuze? Ik sta denk ik zelf gewoon ook zo in het leven. Alex is misschien van de buitenlant een stoere vent, maar is bijzonder afhankelijk van de vrouwen om zich heen. Wij mannen kunnen ook helemaal niet zonder sterke vrouwen. Vrouwen zorgen voor verbinding terwijl mannen veel meer kemphanen zijn. Aan welk karakter heb je tijdens het schrijven van Dwaalspoor eigenlijk het meeste plezier beleefd? In dit boek denk ik toch dat dat kolonel Joubert is geweest. Ik vind dat zelf een heel leuke en heel stoere gast waar ik graag over heb geschreven. Maar dat geldt ook voor Lynn Diaz, een bijzonder hardvochtige dame, waar ik nog heel veel ideeën en plannen over heb. Er zitten sowieso veel kleurrijke karakters in het boek. Als het echt alleen om de actie gaat dan wordt het allemaal een beetje vlak. Kleurrijke karakters geven het verhaal kleur. Er komt een personage in het verhaal voor – Ruben Clay – waar ik eigenlijk meer mee had willen doen, maar het paste op de één of andere manier niet meer en hij bleef uiteindelijk een passant. Ik heb in Dwaalspoor trouwens niet veel ruimte ingebouwd voor een centrale schurk. Het ging daar voor mijn gevoel in dit boek ook niet echt om. Vorig jaar won je de Thrillzone Debuutprijs. Heeft dat nog enige invloed op jou gehad? Het is natuurlijk geweldig om als debutant meteen een prijs te pakken en dat mensen zo ontzettend positief zijn geweest over Masterplan. Dat jullie van Thrillzone me sowieso hebben genomineerd voor die prijs heeft me een enorme boost gegeven. Hoe is het schrijven van Dwaalspoor eigenlijk bevallen als je het vergelijkt met het schrijven van Masterplan? Ik heb het dit keer heel anders aangepakt. Masterplan heb ik in één keer van het begin naar het einde geschreven en dat maakte dat ik echt heel erg goed op moest letten en vaak terug moest lezen. Bij Dwaalspoor heb ik - totdat het manuscript 40000 woorden groot was - de verschillende verhaallijnen uit elkaar getrokken en ze apart van elkaar helemaal uitgeschreven. Toen was het heel erg opletten dat de verhalen nog wel samenliepen en dat ze uiteindelijk allemaal wel weer bij elkaar konden komen. Ik denk niet dat ik het nog een keer zo zou gaan doen, want het was een enorm gepuzzel. Het blijft experimenteren en bekijken wat het beste bevalt. Ten opzichte van Masterplan heb ik veel priet-praat eruit gehaald, er was in Masterplan voor mijn gevoel teveel nodeloze bladvulling. Als lezer wordt je in Dwaalspoor telkens met korte hoofdstukken en veel perspectiefwisselingen geconfronteerd. Die zal niet in de gaten hebben dat je hele verhaallijnen in één keer door achter elkaar hebt uitgeschreven. Ik denk dat mensen die graag actiefilms kijken met veel tempo erin dit ook wel willen op deze manier. Dat ze ook graag veel tempo en cliffhangers in boeken willen zien. Die ingredienten maken een boek tot een echte pageturner. Bovendien past dit ook het beste bij me zelf. Ik wil voortgang, snelheid en actie. Vorig jaar was bij de presentatie van Masterplan misdaadjournalist John van de Heuvel die het eerste boek in ontvangst mocht nemen, dit jaar was met Dwaalspoor die eer voorbehouden aan Martin Wörsdörfer. Hoe is die keuze tot stand gekomen? Dat was een heel bewuste keuze. Ik zie Martin Wörsdörfer als een verre maar goede vriend en we delen veel gedachtes. Hij gelooft in mogelijkheden en we houden beiden van grote dromen. Hij is door de politiek in de Tweede Kamer terechtgekomen en ik hoop dat ik als schrijver ooit echt internationaal doorbreek. Ik geloof daar ook echt in en met Martin heb ik daar goede gesprekken over gehad. Er was maar één iemand die voor het eerste boek in aanmerking kwam dit keer en dat was Martin. Wat vind je nou eigenlijk zo leuk aan schrijven en waar heb je de grootste hekel aan? Het leukste van het schrijven is dat je echt helemaal in je eigen wereld verdwijnt. Als ik een scene beschrijf dan ben ik daar gewoon ook echt. Als ik een scene schrijf waarin iemand ‘s nachts met een geigerteller langs een verlaten spoorwegemplacement wandel dan zie ik dat gewoon helemaal voor me, dan wandel ik daar als het ware zelf, alhoewel ik dan natuurlijk liever veilig in mijn bed lig. Het is heerlijk om je hoofd helemaal leeg te maken, in je eigen fictie te kruipen en even los te staan van de werkelijkheid. Dat vind ik heel erg bevrijdend. Verder is het ook mooi dat je zoveel mensen met je fictie bereikt. Ik krijg af en toe reacties van mensen die zeggen dat ze geinspireerd zijn geraakt door het feit dat ik boeken schrijf naast mijn werk en zelf daardoor ook van plan zijn om te gaan schrijven of iets anders naast hun werk op te pakken. Dat is natuurlijk helemaal te gek. Ik kan trouwens even niets bedenken waar ik een hekel aan heb bij het schrijven. Ik vind gewoon alles mooi. Je hebt dus van je passie je werk kunnen maken. Tot nu toe deels, maar het is vooral zo fijn dat alles bij het schrijven zo op zijn plaats valt. Ik heb al zoveel andere dingen gedaan in het leven. Ik ben drummer, bassist en tatoeëerder geweest. Ik ben heel erg op zoek naar mezelf geweest en nu heb ik dit gevonden, iets heel kleins eigenlijk, alleen achter een laptop en daar vind ik dan opeens mijn pad. Dat is echt bizar. Ik vind dat echt kicken en het geeft me tegelijk heel veel rust. En ik vind het vooral ook zo mooi omdat ik het schrijven ook als kind al zo graag deed. Heb je nog iets aan research gedaan voor Dwaalspoor of heb je voornamelijk je fantasie vrij spel gelaten? Ik gebruik voornamelijk mijn fantasie, maar natuurlijk doe ik ook wel iets aan research. Zo kwam ik er achter dat je van radioactief afval geen zware bom kunt maken. Daar kun je hooguit een vuile bom van maken, waardoor mijn eerste proloog voor Dwaalspoor kwam weg te vallen. Het is natuurlijk allemaal fictie, maar het moet ook weer niet helemaal uit de lucht zijn gegrepen. Ik heb de plaatsen in het boek wel redelijk google-proof gemaakt. Verder wilde ik het verhaal vooral niet te technisch maken, want niemand zit te wachten op een info-dump. En als je echt van de hoed en de rand wil weten dan zoek je het maar lekker in wikipedia. Verder is het af en toe ook een beetje spelen met de werkelijkheid. Die scene waarin terroristen vanaf een afstand de bediening van een metro overnemen kan volgens mij helemaal niet. Het is een beetje als de film Speed. Je moet het allemaal niet te serieus nemen. Ten slotte leg ik Pjotr een aantal stellingen voor. Politieagent of schrijver Als ik echt heel eerlijk ben dan toch schrijver. Masterplan of Dwaalspoor Deze is echt lastig. Ik denk toch Dwaalspoor. Ik vond Masterplan charmanter, omdat ik daar veel minder over heb nagedacht, maar ik vind Dwaalspoor beter geschreven. Dwaalspoor loopt naar mijn gevoel lekkerder en er zitten minder zinnen in waar ik me aan irriteer. Een drie sterren recensie in een landelijk dagblad of een vijf sterren recensie in een thrillerblog. Dan moet ik voor optie 1 gaan. Ik zou daar ook voor zijn gegaan. Gelach. Maar niks ten nadele van die blogs. Ik vind ze ontzettend leuk en ze zijn echt heel belangrijk. Maar als je een stapje verder wilt komen zul je denk ik toch ook een keer in een landelijk blad moeten worden besproken. En bij 2 sterren? Nee, dan switch ik toch naar een vijf sterren recensie in een thrillerblog. Twee sterren is niet goed, dan wordt het een soort anti-reclame. Mensen mogen natuurlijk kritisch zijn op mijn boeken en zeker als ik daar nog wat van opsteken, maar laten we eerlijk zijn, twee sterren zijn natuurlijk ruk voor een schrijver. Een inhoudelijk goede 3 sterren recensie met een bespreking  waar je wat aan hebt voor een volgend boek of een slecht geschreven 5 sterren recensie? Dat is best lastig. Ik wil natuurlijk als schrijver groeien, maar een schrijver wil natuurlijk ook altijd zoveel mogelijk sterren krijgen. Het is fijn als er kritische noten in een recensie staan waar ik wat mee kan en met de ene recensie kan ik meer dan met een ander. Als een familielid me 5 sterren geeft dan is dat natuurlijk leuk, maar uiteindelijk gaat het natuurlijk om de echte recensenten. Beter een kritische 3 dan een bullshit 5.  
Image
geen
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!

Add new comment

Plain text

  • No HTML tags allowed.
  • Lines and paragraphs break automatically.
  • Web page addresses and email addresses turn into links automatically.