Overslaan en naar de inhoud gaan

Chris Carter werd in 1965 geboren in Brazilië maar verhuisde na de middelbare school naar Amerika. In 2009 verscheen zijn eerste thriller met Robert Hunter in de hoofdrol en inmiddels zijn er al 12 delen verschenen. Nederland liep een beetje achter, maar gelukkig worden zijn boeken hier nu ook in een rap tempo vertaald. Ter ere van het verschijnen van Eén voor één was Chris een paar dagen in Nederland en wij hadden de eer hem een paar vragen te mogen stellen.

Carter ziet er niet uit als een typische auteur: hij heeft lange zwarte haren, behoorlijk wat tatoeages en verschillende piercings in zijn gezicht. De spijkerbroek met wijde pijpen en de cowboylaarzen maakten het plaatje helemaal af. Voordat we met het interview begonnen waarschuwde Chris me dat hij heel veel praat. “ Stel me een vraag en ik ben tien minuten aan het praten”. Hij vertelt dat hij alleen woont (zijn partner is in 2019 overleden), werkt vanuit huis en dat hij soms een hele week met niemand praat. Als hij dan een interview geeft gaat hij helemaal los.

Voordat je ging schrijven werkte je als forensisch psycholoog/profiler. Kun je daar in het kort iets over vertellen?

Ik was heel jong toen ik naar de universiteit ging, ik heb twee klassen overgeslagen dus ik was nog net geen 16 toen ik ging studeren. In 1985 ben ik afgestudeerd en de studie stond toen nog in de kinderschoenen en niemand wist eigenlijk precies wat het beroep van profiler zou inhouden. We werden behandeld als detectives en bezochten de plaatsen delict.Tegenwoordig gaat het heel anders: de profilers lezen de stukken, bekijken foto’s en praten met detectives, maar ze gaan niet naar het plaats delict.Het is gek want je bent jaren aan het studeren en uiteindelijk bestaat je werk voornamelijk uit raden: op grond van alle feiten doe je een gok naar wie de dader zou kunnen zijn. We zoeken ook naar verbanden tussen verschillende daders en analyseren gedrag.

Heb je nu nog last van alle vreselijke dingen die je tijdens je carrière gezien hebt?

Ja, helaas wel. Ik heb last van depressies, van slapeloosheid en vreselijke nachtmerries. Ik slaap meestal hooguit vijf uurtjes per nacht en heb daarin verschrikkelijke nachtmerries. Het is onmogelijk om de hoeveelheid geweld te zien die ik heb gezien en dan te denken dat je daar ongeschonden uitkomt. Ik heb gewerkt in Detroit, de meeste gewelddadige stad van Amerika. Ik heb onthoofdingen en afgehakte armen gezien. In het begin kreeg ik wel eens te horen dat mijn boeken gewelddadig en expliciet zijn en dan dacht ik hoezo dan…ik heb juist mijn best gedaan om het een beetje in te perken. Ik kocht een paar boeken van andere auteurs en ik begreep toen wat mensen bedoelden. Zij hadden hun plaats delict op plaatjes en foto’s gezien, of in hun verbeelding, ik heb het echt allemaal gezien en misschien dat mijn beschrijvingen daarom wat heftiger zijn.

Iedere werkdag was zwaar, je had te maken met duisternis, pijn, verdriet, geweld en op een gegeven moment wordt het te zwaar. 

Werkt het schrijven van je boeken therapeutisch?

Na mijn carrière als profiler werd ik muzikant en dat was mijn uitlaadklep en mijn therapie. Schrijven kwam pas vele jaren later. Ik hou van schrijven, het helpt me bij mijn depressie en mijn eenzaamheid. Ik stel voor mezelf als doel om per dag een bepaald aantal woorden te schrijven en als ik dat doel heb bereikt, dan stop ik. Als ik dat niet zou doen dan ben ik eerder klaar met het boek en heb ik andere dagen niks te doen.

Wanneer kwam je er eigenlijk achter dat je kon schrijven?

Door een droom. Iedere auteur die ik ken wilde als kind al schrijver worden en las heel veel. Ik had dat totaal niet, ik heb als kind niet veel gelezen en schrijven deed ik al helemaal niet.

16 jaar geleden had ik een vreemde droom, vreemd omdat ik had onthouden wat ik droomde en het was een logische droom. Mijn toenmalige vriendin zei dat moet je opschrijven. Ik dacht “ oke” en ik ging zitten. Het was een liefdesverhaal en dat sloeg eigenlijk nergens op. Met mijn achtergrond zou ik toch een thriller moeten kunnen schrijven. Ik schreef een eerste hoofdstuk en liet het mijn vriendin lezen. Zij was enthousiast en ik schreef een tweede en derde hoofdstuk. Ook mijn vrienden vonden het goed en zo is het balletje gaan rollen. Zonder enige ervaring ging ik schrijven en tien maanden later was mijn eerste boek een feit.

Was het moeilijk om je boek gepubliceerd te krijgen?

Ik heb veel geluk gehad. Het is in het schrijversvak algemeen bekend dat afwijzingen erbij horen dus wees voorbereid. Ik heb me wat ingelezen en een lijst gemaakt met literaire agenten. De literaire agent van onder andere Martina Cole, Lee Child en Donna French stond bovenaan mijn lijst. Hij zei stuur me drie hoofdstukken en een week later belde hij me al dat hij het naar verschillende uitgeverijen zou sturen. Ee stuk of drie uitgeverijen hadden interesse met een biedingsoorlog tot gevolg. En hier ben ik, vijftien jaar later en dertien boeken verder. 

Heb je Robert Hunter op jezelf gebaseerd?

In het begin niet. In eerste instantie zou het boek een standalone worden, Hunter gaat zelfs dood in het originele manuscript. Mijn agent stelde voor om er een serie van te maken; ten eerste omdat dat beter verkoopt en ten tweede omdat hij fan was van Robert Hunter. Ik moest Hunter dus opnieuw uitvinden en verbeteren. Er waren wel wat kleine overeenkomsten tussen Hunter en mij: Hunter heeft last van slapeloosheid, ik heb last van slapeloosheid, Hunter houdt van whisky, ik houd van whisky.  Hoe langer de serie loopt, hoe meer van mij in Hunter zit. 

Ik houd nog steeds van Hunter. Als ik aan een nieuw boek begin dan voelt Hunter als een oude vriend. Hunter is erg geliefd en zolang mijn lezers meer Hunter willen, geef ik ze meer Hunter.

Baseer je de daders in je boeken op criminelen die je tijdens je werk bent tegengekomen?

Deels, het is moeilijk voor mij om een moord te beschrijven zonder dat er bepaalde herinneringen naar boven komen. Zoals ik al eerder zei heb ik vreselijke dingen gezien. Het grote verschil bij fictie is dat ik aan het eind van het boek duidelijk moet maken waarom een moordenaar deed wat hij deed, dat moet logisch zijn en de lezer moet het begrijpen. In het echte leven is dat niet zo, je wordt vermoord voor helemaal niks.

Lees je reviews of vind je het belangrijker wat je lezers van je boeken vinden?

Absoluut wat mijn lezers ervan vinden. Ik wil ook geen quotes op mijn boeken. Hoogstens wat uitspraken van lezers in het boek. 

Als je aan een nieuw boek begint heb je dan de hele plot uitgestippeld of zie je wel waar het schip strandt?

Ik vergelijk mijn schrijfproces altijd met een seriemoordenaar. Als iets werkt, dan blijf je het doen. Als een moordenaar gemoord heeft en hij wordt niet gepakt, dan doet hij het de volgende keer weer zo. Ik heb mijn eerste thriller uit de losse hand geschreven en dat ging goed. De volgende keren wordt het steeds makkelijker. Ik heb een mini-idee in mijn hoofd, bijvoorbeeld hoe de dader gaat moorden, en vanuit daar ga ik verder, een soort sneeuwbaleffect. Dus nee, ik heb nog nooit van te voren een heel verhaal in mijn hoofd gehad.

Graag willen we HarperCollins en Chris Carter heel erg bedanken voor dit interview.

Afbeelding
Denise Wolfs.jpg
Denise Wolfs

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.