Overslaan en naar de inhoud gaan

Max van Olden is in het dagelijkse leven advocaat. In 2016 verscheen zijn debuut Lieve edelachtbare en dit boek werd meteen bekroond met de Schaduwprijs 2016. Ook werd het  genomineerd voor Hebban Thriller Debuutprijs. In 2017 verscheen De juiste man en ook deze tweede thriller werd een succes. Het belandde zelfs op de longlist van de Gouden Strop. Recentelijk verscheen Het zwarte dossier, het derde boek van Van Olden en wij mochten hem een paar vragen stellen. Overigens was dit niet de eerste keer dat we hem troffen, ook in 2017 spraken we hem al eens. Lees dat interview hier nog eens terug.

Je bent werkzaam als advocaat, op welk moment besloot je te gaan schrijven?

Ik heb eigenlijk altijd al geschreven. Als kind tekende ik hele stripboeken, dat waren ook al verhalen. Ik heb in 2001 een manuscript geschreven maar ik besloot pas een thriller te schrijven toen ik tijdens een zitting oog in oog stond met een bekende, die griffier bleek te zijn. Ik wist meteen: hier zit een verhaal in. Zo ontstond het basisidee voor mijn debuut Lieve edelachtbare, dat draait om een affaire tussen een advocate en een rechter. Er hapten meteen vier uitgeverijen toe, waaronder Ambo/Anthos, die me een contract aanbood en inmiddels al drie boeken heeft uitgegeven.

Je boeken spelen zich af in de juridische wereld. Is het een bewuste keuze geweest om dicht bij huis te blijven?

Ja, je schrijft het makkelijkst over de wereld die je kent. Het is niet dat andere settings me niet aanspreken, het lijkt me best leuk om over een piloot te schrijven om maar iets te noemen, maar dan gaat er ongelooflijk veel tijd zitten in research. Die spaar ik liever uit. Bovendien is de advocatenwereld natuurlijk een mooie arena: er zijn geheimen, intriges, en conflicten, alle ingrediënten voor een thriller zijn aanwezig.

Is het schrijven nog wel te combineren met je werk als advocaat?

Dat gaat verrassend goed samen. Waar het in mijn geval op neerkomt is dat ik door de week een paar uur 's avonds schrijf en in het weekend één of twee dagdelen. Als je dan ook zo af en toe een weekje in een huisje gaat zitten, dan kun je binnen anderhalf jaar een boek schrijven.

Met Lieve edelachtbare won je de Schaduwprijs. Heeft dit nog een bepaalde druk met zich meegebracht?

Door het winnen van die prijs kreeg ik vleugels, ik had heel snel een nieuw idee en tussen het uitkomen van Lieve edelachtbare en De Juiste man zaten maar 14 maanden. Druk was er wel ja, maar dat heeft me alleen maar vooruit gestuwd.

Je wordt wel eens de Nederlandse John Grisham genoemd. Wat vind je van deze vergelijking?

Het is natuurlijk vleiend om in één adem te worden genoemd met een van de grootste thrillerschrijvers ter wereld, maar mijn boeken verschillen wel behoorlijk van die van Grisham. Zo vormt de advocatenwereld maar een deel van het decor in mijn boeken, en probeer probeer ik verschillende lagen aan te brengen in het verhaal. Hoewel ik Grisham enorm bewonder om zijn slimme plots, kun je volgens mij niet zeggen dat hij veel karakterontwikkeling in zijn verhalen verwerkt.

Recentelijk is je derde boek, Het zwarte dossier, verschenen. Kun je onze lezers iets over dit boek vertellen?

Het zwarte dossier draait om Riemke Pennings, een advocaat-stagiaire op de Zuidas. Ze is een twijfelgeval: het kantoor weet nog niet of ze na haar stage mag blijven. Voor dergelijke gevallen hebben ze een instrument: het zwarte dossier, een loodzware casus waarmee de stagiaire zich moet bewijzen. De opdracht luidt: probeer de publicatie van een dichtbundel tegen te houden. De bundel is geschreven door een gedetineerde en wordt vanuit de gevangenis gepubliceerd. Volgens Riemkes cliënt zou het boekje verborgen instructies bevatten voor een moord op hem. Als Riemke ernaar op zoek gaat, blijken niet alleen haar cliënt, maar ook zijzelf en haar zoontje van vijf op de gecodeerde dodenlijst te staan. En meer vertel ik niet!

In hoeverre ben je als schrijver gegroeid nu je derde boek verschenen is? Doe je bepaalde dingen anders dan bij je eerste boek?

Heel veel dingen doe ik anders. Ik leg minder uit, ik laat meer zaken weg, denk nog beter na over de verhaallijn en de personages. Tegelijk moet ik bekennen dat ik hierbij nog steeds zwaar leun op de adviezen van mijn redacteur, dus ik leer nog steeds. Het is belangrijk om je open te stellen voor kritiek van een professionele redacteur. Zelf word je na verloop van tijd een beetje blind voor de zwakke punten in het verhaal, net zoals je thuis niet meer ziet dat die plint in de gang nog steeds los zit.

Je hebt ervoor gekozen om in ieder boek nieuwe personages op te voeren en niet voor een vast personage dat in ieder boek terugkomt. Kun je deze keuze uitleggen?

Ik vind het fijn om bij ieder boek weer met een schone lei te beginnen. Vaste personages bieden houvast, maar ze komen wel met een heel pakket aan andere vaste elementen: die vervelende zus, de saaie vader, de zware baan, goede en slechte karaktereigenschappen, het huis waar hij of zij woont. Daar heb ik niet zo'n zin in, het zou me in de weg staan.

Wat opvalt aan je boeken is hoe beeldend ze geschreven zijn. Als lezer zie je de ruimtes waarin de personages zich bevinden echt voor je. Hoe moeilijk is dit en hoe ga je hierbij te werk?

Zo makkelijk als bij mij de dialogen uit de pen vloeien, zo moeizaam komen de beschrijvingen tot stand. Je wil de lezer niet teveel lastig vallen met details maar je moet zijn geest wel voeden met beelden van dat kantoor, die auto of het dorpsplein waar hij zich bevindt. Dat is hard werken. Ik heb er niet echt een methode voor, anders dan schrijven, schrappen en slijpen en proberen om opvallende details te gebruiken in plaats van clichés.

Hoe ziet je schrijfproces eruit?

Eerst ga ik maanden en maanden zitten broeden op de plot. Ik maak daarvoor een concept pagina in mijn mail, en die wordt steeds langer. Als ik tevreden ben en het contract is getekend, dan ga ik research doen, en daarna begin ik gewoon bij hoofdstuk 1 te schrijven. Er ligt dan dus een redelijk gedetailleerd spoorboekje van het verhaal. Ik zeg niet dat je dan geen problemen meer tegenkomt, want vastlopen hoort bij het schrijfproces, daar moet je soms gewoon doorheen. Wel heb je structuur en richting.

Wat vind je de leuke en de minder leuke kanten van het schrijverschap?

Het leukste vind ik dat ik andere mensen mag meenemen in een wereld die ik helemaal zelf heb verzonnen. Dat heeft iets magisch en het is ontzettend dankbaar als je merkt dat anderen daarvan hebben genoten. Een mindere kant van het schrijven is de tijd die het kost. Ik heb de afgelopen drie jaar tegen heel wat leuke sociale activiteiten nee moeten zeggen, en dat is een groot offer.

Heb je zelf nog tijd om te lezen? Welk genre lees je zelf graag?

Ik ben altijd wel bezig in een boek, al kost het me wegens het schrijven soms maanden om iets uit te lezen. Mijn smaak is heel divers. Zojuist heb ik De Officier uitgelezen van Robert Harris, een monumentale thriller, geheel op feiten gebaseerd. Maar ik lees ook veel romans, non-fictie en soms zelfs een kinderboek.

Zit er al een nieuw boek in de pen?

Nog niet in de zin van een compleet afgerond plot. Wel veel losse ideeën, zoals voor personages en  thema's. Ik laat het allemaal even lekker sudderen in mijn hoofd.  

Afbeelding
geen
Marinus van de Velde
Ik ben Marinus van de Velde, van bouwjaar 1984. Ik mag mezelf de eigenaar noemen van ThrillZone! Ik lees al van jongs af aan. Mijn interesses liggen breed; Scandi, Nederlandstalig, spionage, maar ik vind Baldacci en Lee Child bijvoorbeeld ook geweldig. Lezen voor ThrillZone betekent soms het oprekken van je comfortzone en dat lukt goed!

Reactie toevoegen

Platte tekst

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.